Inleiding: Kerk 2025
Kerk 2025, initiatief van de landelijke Protestantse Kerk in Nederland, neemt de vraag als uitgangspunt: Hoe kun je als kerkenraad minder vergaderen en meer tijd nemen voor bezinning en ontmoeting? Steeds meer kerkenraden kiezen voor het spoor van ‘Kerk2025: ‘terug naar de kern’. Op Erica willen we daarbij aansluiten. Doen en navolgen waar het om gaat in de kerk: het evangelie. Kerken lopen terug in ledenaantal. Dat gaat aan ons niet voorbij, dus is het belangrijk ons te focussen op de vraag waarom we kerk zijn en hoe we in de toekomst vitaal blijven.
Aanleiding
Dit beleidsplan is ontstaan naar aanleiding van het boek ‘De zeven kenmerken van een gezonde gemeente’ van de Anglicaanse voorganger Robert Warren. Deze kenmerken komen uit een breed onderzoek in Engeland, en zijn overgenomen door de Nederlandse kerken. Het blijkt dat gezonde gemeenten overal dezelfde kenmerken vertonen: namelijk deze zeven punten.
In het Bijbelboek Openbaring, hoofdstuk 2 en 3, komt in de zeven brieven aan de gemeenten naar voren wat de sterke en de zwakke punten van die gemeenten zijn volgens de Heer die hen daarop aanspreekt. Op diezelfde manier hebben wij gekeken naar die zeven kenmerken en welke daarvan voor ons in Erica sterke en zwakke punten zijn.
Dat hebben we gedaan tijdens sessies in twee kerkenraadsvergaderingen, twee gemeenteavonden, een thema-avond en themadiensten. Ook hebben we de gemeente gevraagd verbeterpunten aan te reiken. De input die uit dit alles is voortgekomen is verwerkt in het hierna volgende beleidsplan.
Kenmerk 1: Bezield zijn door geloof.
Gods Woord van liefde, Jezus als voorbeeld, de Geest als inspirator staan centraal in de verkondiging. We geloven dat vrijwel iedereen in onze gemeente bezield is door geloof in Jezus Christus. Maar we vinden het vaak lastig daarover te praten en dat aan elkaar te vertellen. We vinden het met elkaar spreken over het geloof en dat belijden een kerntaak van de kerk. We willen daar dus in de komende jaren aandacht aan besteden. Als we dat niet doen, verliezen we de kern van gemeente-zijn. Dus besluiten we het volgende.
Besluit:
We hebben bezinnende thema’s in (vrijwel) alle kerkenraadsvergaderingen (naast al onze gesprekskringen). Gebed hiervoor.
Deze thema’s laten we met regelmaat (4x per jaar) terugkeren in de verkondiging (diensten achter elkaar. We bereiden de gemeente goed voor door duidelijk van tevoren aan te kondigen wat de bedoeling is en door het goed te plannen). Bespreken ervan op ochtenden of avonden voor wie dat wil. Die thema’s helpen christen te zijn in de dagelijkse praktijk. (Bijvoorbeeld thema ‘Als je kinderen niet meer naar de kerk gaan’)
We starten een cursus geloofsgesprek. Hoe zeg ik wat ik geloof? Voorafgaand eten we met elkaar. En houden ieder jaar minstens één thema-avond voor de hele gemeente. Bijvoorbeeld over: Als kinderen niet meer naar de kerk gaan.
Kenmerk 2. Een naar buiten gerichte blik.
Zou Erica ons missen, onze boodschap van Gods liefde, als de kerk gesloten wordt? Dat mag niet zo zijn. We vinden het belangrijk dat we als kerk in woord en daad zichtbaar zijn in het dorp. Gezonde gemeenten zijn betrokken bij het hele leven van de gemeenschap rondom hen. De liefde van God drijft ons. Wij willen geworteld zijn in de plaatselijke gemeenschap, weten wat er speelt, waar we samen met anderen iets kunnen betekenen, diaconaal bezig zijn, dichtbij en ver weg. Situaties van onrecht en armoede willen we bestrijden. Zo dragen we op die manier ook het Evangelie uit.
Besluit: Dat doen we en willen we doen door:
Koffieochtenden voor ouderen;
Contacten met de voedselbank;
Mantelzorgdiensten, zendingsdienst;
Een extra boeket voor mensen die niet bij onze gemeente horen, maar wel een steuntje kunnen gebruiken;
Aandacht voor asielzoekers;
Attenties bij bijzondere gebeurtenissen (examen, jeugd wordt gezien) ook naar niet-gemeenteleden;
Oecumenische diensten, kerk in de kas;
Kinderkoor en Kids Friday, vakantiebijbelweek;
Gespreks- en catechesegroepen, clubs (ook hier mogen mensen van buitenaf aan meedoen);
Projecten als vakantiemoeders, werkvakantie;
Meewerken bij evenementen waar contact met derden mogelijk is.
De diaconie op het dorp is duidelijk aanwezig, maar veel mensen weten het niet. Dat is een punt voor de diaconie om aan te werken. Diaconie maakt een plan hoe we duidelijker aanwezig kunnen zijn in het dorp.
Een naar buiten gerichte blik is ook: meer contact zoeken met andere kerken in het dorp, met omliggende gemeenten en samenwerken (kwam meermalen uit oproep verbeterpunten). Houd elkaar vast, neem elkaar mee (Vakantiebijbelweek?).
Er komt een PR-plan per naar buiten gerichte activiteit op de agenda.
We leggen contact met een of twee gemeenten in de regio om mogelijkheden voor samenwerking te verkennen.
We bezoeken een goedlopende gemeente (met jonge gezinnen) en laten ons inspireren en voeden met een aanpak voor onze gemeente.
Kenmerk 3. Op zoek naar wat God wil.
Op zoek naar wat God wil. Het heeft met roeping te maken. Gezonde gemeenten hebben besef van roeping en visie waarin men bereid is om offers te brengen, waarin men prioriteiten stelt. Het is meer dan en vereniging, het is Gods kerk. We zijn gavengericht, we kijken niet alleen naar vacatures, maar vooral ook naar wat mensen inspireert, waartoe ze zich geroepen weten. En ja, daardoor kunnen taken blijven liggen. Er is dan een kleine(re) kerkenraad, maar de hele gemeente is betrokken en actief. We beperken ons dus tot een paar taken en doen die goed (zie kenmerk 7).
Het mooie van Erica is: veel mensen die uit de kerkenraad gaan, blijven toch in werkgroepen actief.
Besluit:
We doen een gaventest, zodat gemeenteleden hun (verborgen) gaven ontdekken en kunnen ontwikkelen.
We houden een muzikale/creatieve dienst en een dienst met verbeelding, kan naar aanleiding van een thema.
We regelen een pastorale cursus (als daar behoefte aan is) en/of cursus Gods wil ontdekken (bijv. Evangelisch WerkVerband).
Kenmerk 4. De kosten (moeiten) van verandering en groei onder ogen zien en durven opbrengen.
Veranderen alleen maar om te vernieuwen is geen doel. Maar gezonde gemeenten veranderen wel, blijven onderweg, gaan creatief in op uitdagingen. Ze nemen tijd om te rijpen. Verandering kost inspanning, kan weerstand oproepen (moeiten), maar de kerk en de maatschappij veranderen. Het gaat om innerlijke verandering. Dat vergt tijd. We moeten erop toezien dat we voorzichtig zijn met vernieuwingen om te voorkomen dat mensen zich niet meer thuis voelen.
Kosten van verandering zijn er ook letterlijk (financiën). De kosten zijn hoger dan voorheen, de inkomsten lager. Daarin past ook de vraag van Klazienaveen dat onze predikant daar meer uren gaat werken en minder in onze gemeente. En dat gaat ook over samenwerken met omringende gemeenten, oog hebben voor wat zij nodig hebben.
Besluit:
Er komt een financieel (reddings-)plan, waarin het bovenstaande wordt meegenomen.
We gaan met omringende gemeente in gesprek om te onderzoeken wat we voor elkaar kunnen betekenen, te beginnen bij Klazienaveen.
Kenmerk 5. Leven als een echte gemeenschap.
Doel van onze gemeenschap: meeleven en elkaar erbij houden in het volgen van Jezus. Gezonde gemeenten zijn actief in (kleine) groepen, onderhouden relaties, ontmoeten elkaar zondags en door de weeks. We leven mee in vreugde en verdriet en bidden voor elkaar.
Besluit:
Behoud het goede door:
- gespreksgroepen;
- pastoraat (bezoekwerk);
- voorbeden;
- maaltijden voor wie dat wil, zoals stamppotbuffet, pannenkoekendag, barbecue eind seizoen. De maaltijd is een bijbels gegeven en zorgt voor aanspraak, ontmoeting rondom het evangelie, verbinding.
Kenmerk 6. Ruimte (scheppen) voor iedereen.
We letten erop dat nieuwkomers zich gezien en welkom voelen. De sfeer is gemoedelijk en gastvrij. We maken ons zorgen (dat is uitgebreid naar voren gekomen op gemeenteavonden) om de jeugd, die zien we maar beperkt in de diensten. Enerzijds willen we graag dat ze komen, anderzijds vinden we het moeilijk ze de ruimte te geven om het op hun manier te doen. Weten we wel wat zij willen?
De DOE-viering (Doen, Ontmoeten en Eten) is een heel andere vorm van kerkzijn waarbij alle gemeenteleden, ook kinderen en jongeren, meegenomen worden. Er is een roep om het vaker te doen, dan groeien kinderen op hun eigen manier in kerkgang. We doen ons best het voor een brede groep toegankelijk te maken, maar we moeten accepteren dat het niet iedereen aanspreekt. Die keus durven we te maken. Als de kinderen een taak hebben, komen ze wel (dat geldt ook voor volwassenen). We willen creatieve manieren blijven bedenken om jeugd erbij te blijven betrekken. We leven in een beleveniscultuur. Daar past bij: vieren, eten, beleven.
Besluit:
Vier keer per jaar Doe-vieringen (waarin jong en oud elkaar ontmoeten, op bijv. startzondag, kerk-school-gezin-dienst).
Jongeren die nu betrokken zijn willen we betrokken houden.
Voor jongeren: sirkelslag, filmavond, excursie, werkvakanties.
De werkgroep Pastoraat start een onderzoek onder de mensen die recent de kerkdiensten bezochten, maar niet of nauwelijks meer in de kerk komen. Wat zijn de oorzaken? De uitkomsten en opmerkingen nemen we serieus in overweging.
Kenmerk 7. Zich beperken tot een paar taken en die goed doen (doelgericht).
Veel activiteiten organiseren is niet altijd een teken van een gezonde gemeente. Waar het goed draait zijn de basistaken op orde. Het is schoon, vergaderingen lopen goed, notulen zijn op orde, erediensten zijn mooi, er is aandacht voor de individuele mens, in pastorale zorg, diaconie, financiën. Het gebeurt met aandacht. Te veel taken betekent stress, het komt niet af. Gezonde gemeenten beleven plezier aan het samen kerkzijn, kunnen leven met wat er niet wordt gedaan. En ze kunnen ook stoppen met iets, als het niet werkt. Meeveranderen met omstandigheden. Iets wat vroeger werkte, hoeft niet nu ook te werken.
Besluit:
Bij activiteiten die niet lopen en nieuwe initiatieven moeten we ons afvragen of het nodig is.